Maandelijks krijg ik in mijn mailbox de nieuwste vacatures van de Stad Antwerpen in de digitale brievenbus. Met mijn huidige job(s) heb ik meer dan de handen vol, maar kijken mag nog wel. Althans, dat vind ik. Vandaag trok een vacature voor “architect masterplan stedelijk onderwijs” mijn aandacht. Leest u even mee met de inleidende alinea.
De ontwikkeling van het masterplan Stedelijk Onderwijs Antwerpen omvat onder andere het concept ‘campus van de toekomst’: 250 gebouwen, verspreid over 150 verschillende scholensites krijgen een nieuwe bestemming. Ze worden voortaan ingedeeld in verschillende thematische campussen zoals een campus voor technische richtingen, een campus voor theoretische richtingen, enz. Extra capaciteit creëren is een bijkomende doelstelling.
Dat de nood aan capaciteit slechts een doelstelling van bijkomende aard wordt genoemd vind ik, gezien de berichten van de laatste tijd, vreemd. Maar daar wil ik het hier zelfs niet over hebben. Het gaat mij om die thematische campussen. Ik vind dat een fundamenteel foute beleidskeuze.
Op dit moment wordt langs alle kanten geschreeuwd dat onze samenleving evolueert naar een kennismaatschappij. Wat dat wordt en wat de daar de gevolgen van zullen zijn valt op dit moment niet te bepalen. Maar we moeten ons voorbereiden, niet morgen maar nu. Feit is dat die evolutie een aantal beroepsgroepen harder zal raken dan andere. Dat kunnen we vandaag al vaststellen.
De werknemers van morgen zijn de jongeren van vandaag. Wanneer je die verschillende groepen jonge mensen uit elkaar trekt, verzeker je je van een groep volwassenen die niet meer weet waar andere mensen goed voor zijn. Dan verzeker je je van een klassenmaatschappij waar neergekeken wordt op arbeiders, technici en andere huisvuilophalers.
Dan verzeker je je van een groep die gefrustreerd geraakt. Omdat er niet alleen een mentaal plafond blijkt te bestaan maar ook een fysiek. Omdat er automatisch zal verwezen worden naar zij die wél een theoretische richting aankunnen, zij die op de theoretische campus zitten, zij die straks naar de universiteit zullen gaan, zij die MBA’s zullen halen en zij die later de plak zullen zwaaien.
Een kennismaatschappij moet uitgaan van kennisdeling. Niet alleen binnen disciplines maar ook tussen disciplines. Daarom hebben we nood aan plekken waar jongeren, zo lang mogelijk, met zoveel mogelijk diversiteit in aanraking komen. Zo niet loop je het risico een maatschappij met verschillende snelheden zo niet te creeëren dan wel in stand te houden.
Wat denk jij?